BasisBijbel

1 Samuel 15:13-17 BasisBijbel (BB)

13. Toen Samuel bij Saul kwam, zei Saul tegen hem: "Gods zegen, Samuel! Ik heb gedaan wat de Heer heeft bevolen."

14. Maar Samuel zei: "Hoe kan het dan dat ik schapen en geiten hoor blaten en koeien hoor loeien?"

15. Saul zei: "Die hebben ze uit Amalek meegebracht. Ze hebben de beste schapen, geiten en koeien in leven gelaten om daarvan aan uw Heer God offers te brengen. Maar de rest hebben we gedood."

16. Toen zei Samuel tegen Saul: "Zwijg, dan zal ik u zeggen wat de Heer vannacht tegen mij gezegd heeft." Saul zei: "Zeg het."

17. Samuel zei: "Toen u uzelf nog een volkomen onbelangrijk mens vond, heeft de Heer u het hoofd van alle stammen gemaakt. Hij heeft u tot koning van Israël gezalfd!