BasisBijbel

1 Samuel 14:46-52 BasisBijbel (BB)

46. Saul keerde terug van de achtervolging van de Filistijnen en de Filistijnen gingen naar hun eigen steden terug.

47. Zo was Saul koning van Israël. Hij streed tegen alle vijanden om hem heen: Moab, de Ammonieten, Edom, de koningen van Zoba en de Filistijnen. Steeds behaalde hij de overwinning.

48. Hij deed dappere daden, versloeg de Amalekieten en redde Israël uit de macht van de volken die hen plunderden.

49. De zonen van Saul waren Jonatan, Isboset en Malchisua. Van zijn twee dochters heette de oudste Merab en de jongste Michal.

50. De vrouw van Saul heette Ahinoam. Zij was de dochter van Ahimaäz. Zijn legeraanvoerder heette Abner. Hij was de zoon van Sauls oom Ner.

51. Kis was de vader van Saul. En Ner, de vader van Abner, was een zoon van Abiël.

52. Al de tijd dat Saul koning was, streed hij fel tegen de Filistijnen. Hij verzamelde alle flinke, dappere mannen om zich heen die hij zag.