BasisBijbel

1 Samuel 14:2-9 BasisBijbel (BB)

2. Saul was met ongeveer 600 mannen bij de granaatappelboom bij Migron, aan de rand van Gibea.

3. Ahia was in die tijd hogepriester. Hij was de zoon van Ahitub, die een broer was van Ikabod, die een zoon was van Pinehas, die een zoon was van Eli, de hogepriester van de Heer in Silo. Niemand wist dat Jonatan was weggegaan.

4. Jonatan probeerde de bergpas over te steken naar het kamp van de Filistijnen. In die bergpas was aan beide kanten een rotspiek. De ene werd Bozes genoemd, de andere Sene.

5. De ene piek lag aan de noordkant, tegenover Michmas, de andere aan de zuidkant, tegenover Geba.

6. Jonatan zei tegen zijn schildknaap: "Kom, we steken over naar het kamp van dat ongelovige volk. Misschien zal de Heer iets voor ons doen. Want de Heer kan net zo goed redding brengen door weinig mannen als door veel mannen."

7. Zijn schildknaap antwoordde: "Doe wat u wil. Ik ga met u mee, wat u ook doet."

8. Jonatan zei: "Weet je wat, we steken over naar die mannen en laten ons aan hen zien.

9. Als ze tegen ons zeggen: 'Blijf staan tot we bij jullie zijn,' dan blijven we waar we zijn en klimmen niet naar hen toe.