BasisBijbel

1 Kronieken 9:6-13 BasisBijbel (BB)

6. Uit de familie van Juda's zoon Zera: Jehuel met nog 690 mannen uit zijn familie.

7. Uit de stam van Benjamin: Sallu, de zoon van Mesullam, die een zoon was van Hodavja, die een zoon was van Hassenua.

8. Jibneja, de zoon van Jeroham. Ela, de zoon van Uzzi, die een zoon was van Michri. Mesullam, de zoon van Sefatja, die een zoon was van Rehuel, die een zoon was van Jibnia.

9. In totaal 956 mannen. Al deze mannen waren hoofden van hun families.

10. Van de priesters: Jedaja, Jojarib, Jachin,

11. Azarja, de zoon van Hilkia, die een zoon was van Mesullam, die een zoon was van Zadok, die een zoon was van Merajot, die een zoon was van Ahitub. Azarja had de leiding in de tempel van God.

12. Verder Adaja, de zoon van Jeroham, die een zoon was van Pashur, die een zoon was van Malchia. Massai, de zoon van Adiël, die een zoon was van Jazera, die een zoon was van Mesullam, die een zoon was van Mesillemit, die een zoon was van Immer.

13. Samen met de familiehoofden kwamen in totaal 1760 priesters terug, moedige mannen die God dienden in de tempel.