BasisBijbel

1 Kronieken 9:34-44 BasisBijbel (BB)

34. Dit waren de familiehoofden van de Levieten. Ze woonden in Jeruzalem.

35. In Gibeon woonde Jehiël (de vader van Gibeon) met zijn vrouw Maächa.

36. Verder woonden daar zijn oudste zoon Abdon en zijn andere zonen: Zur, Kis, Baäl, Ner, Nadab,

37. Gedor, Ahio, Zacharja en Miklot.

38. Miklot kreeg een zoon: Simeam. Zij vertrokken uit Gibeon en gingen bij hun familie in Jeruzalem wonen.

39. Ner kreeg een zoon: Kis. Kis kreeg een zoon: Saul. Saul kreeg zonen: Jonatan, Malkisua, Abinadab en Esbaäl.

40. Jonatan kreeg een zoon: Meribbaäl . Meribbaäl kreeg een zoon: Micha.

41. De zonen van Micha waren: Piton, Melech, Taërea en Achaz.

42. Achaz kreeg een zoon: Jaëra. Jaëra kreeg zonen: Alemet, Azmavet en Zimri. Zimri kreeg een zoon: Moza.

43. Moza kreeg een zoon: Bina. Bina's zoon was Refaja. Zijn zoon was Elasa. Zijn zoon was Azel.

44. Azel had zes zonen: Azrikam, Bochru, Ismaël, Searja, Obadja en Hanan. Dit zijn de zonen van Azel.