BasisBijbel

1 Kronieken 8:9-27 BasisBijbel (BB)

9. Jobab, Zibja, Mesa, Malkam,

10. Jeüz, Sochja en Mirma. Dit waren Saharaïms zonen. Ze kregen grote families.

11. Saharaïms vrouw Husim had twee zonen gekregen: Abitub en Elpaäl.

12. De zonen van Elpaäl waren: Eber, Misam en Semed. Semed stichtte de steden Ono en Lod met de dorpen die daarbij hoorden.

13. Zijn twee zonen Beria en Sema waren de hoofden van de families die in Ajalon woonden. Zij hebben de bewoners van Gat weggejaagd.

14. De zonen van Beria waren: Ajo, Sasak, Jeremot,

15. Zebadja, Arad, Eder,

16. Michaël, Jispa en Joha.

17. Verder had Elpaäl nog de volgende zonen: Zebadja, Mesullam, Hizki, Heber,

18. Jismerai, Jizlia en Jobab.

19. De zonen van Simeï waren: Jakim, Zichri, Zabdi,

20. Eljoënai, Zilletai, Eliël,

21. Adaja, Beraja en Simrat.

22. De zonen van Sasak waren: Jispan, Eber, Eliël,

23. Abdon, Zichri, Hanan,

24. Hananja, Elam, Antotia,

25. Jifdeja en Pnuël.

26. De zonen van Jeroham waren: Samserai, Seharja, Atalja,

27. Jaäresja, Elia en Zichri.