6. Ehud was de vader van de familiehoofden die in Geba woonden. Zij werden later meegenomen naar Manahat. Dat waren:
7. Naäman, Ahia en Gera. Gera had daarbij de leiding. Gera kreeg zonen: Uzza en Ahihud.
8. Een man, Saharaïm, scheidde van zijn twee vrouwen Husim en Baära, en vertrok naar Moab. Daar trouwde hij met Hodes en kreeg kinderen:
9. Jobab, Zibja, Mesa, Malkam,
10. Jeüz, Sochja en Mirma. Dit waren Saharaïms zonen. Ze kregen grote families.
11. Saharaïms vrouw Husim had twee zonen gekregen: Abitub en Elpaäl.
12. De zonen van Elpaäl waren: Eber, Misam en Semed. Semed stichtte de steden Ono en Lod met de dorpen die daarbij hoorden.