BasisBijbel

1 Kronieken 6:39-54 BasisBijbel (BB)

39. Rechts van Heman stond Asaf [ met een groep zangers ]. Hij was de zoon van Berechja, die een zoon was van Simea,

40. die een zoon was van Michaël, die een zoon was van Baëseja, die een zoon was van Malkia,

41. die een zoon was van Etni, die een zoon was van Zera, die een zoon was van Adaja,

42. die een zoon was van Etan, die een zoon was van Zimma, die een zoon was van Simeï,

43. die een zoon was van Jahat, die een zoon was van Gerson, die een zoon was van Levi.

44. Links van Heman stond Etan [ met een groep zangers ]. Etan was uit de familie van Merari. Hij was de zoon van Kisi, die een zoon was van Abdi, die een zoon was van Malluch,

45. die een zoon was van Hasabja, die een zoon was van Amazia, die een zoon was van Hilkia,

46. die een zoon was van Amzi, die een zoon was van Bani, die een zoon was van Semer,

47. die een zoon was van Mali, die een zoon was van Musi, die een zoon was van Merari, die een zoon was van Levi.

48. De andere Levieten deden dienst in de tent van ontmoeting.

49. Maar alleen Aäron en zijn zonen mochten de offers brengen op het brandoffer-altaar en het wierook-altaar. En alleen zij mochten het werk in de allerheiligste kamer doen en vergeving brengen over het volk Israël. Dat moesten ze doen volgens de wetten die Mozes, de dienaar van God, had gegeven.

50. Dit is de familie van Aäron: Aärons zoon was Eleazar. Zijn zoon was Pinehas. Zijn zoon was Abisua.

51. Zijn zoon was Bukki. Zijn zoon was Uzzi. Zijn zoon was Seraja.

52. Zijn zoon was Merajot. Zijn zoon was Amarja. Zijn zoon was Ahitub.

53. Zijn zoon was Zadok. Zijn zoon was Ahimaäz.

54. De Levieten woonden in de volgende steden. Eerst werd geloot welk gebied de families van Kehat die afstamden van Aäron, zouden krijgen.