BasisBijbel

1 Kronieken 6:35-50 BasisBijbel (BB)

35. die een zoon was van Zuf, die een zoon was van Elkana, die een zoon was van Mahat, die een zoon was van Amassai,

36. die een zoon was van Elkana, die een zoon was van Joël, die een zoon was van Azarja, die een zoon was van Zefanja,

37. die een zoon was van Tahat, die een zoon was van Assir, die een zoon was van Asaf, die een zoon was van Korach,

38. die een zoon was van Jizhar, die een zoon was van Kehat, die een zoon was van Levi, die een zoon was van Jakob.

39. Rechts van Heman stond Asaf [ met een groep zangers ]. Hij was de zoon van Berechja, die een zoon was van Simea,

40. die een zoon was van Michaël, die een zoon was van Baëseja, die een zoon was van Malkia,

41. die een zoon was van Etni, die een zoon was van Zera, die een zoon was van Adaja,

42. die een zoon was van Etan, die een zoon was van Zimma, die een zoon was van Simeï,

43. die een zoon was van Jahat, die een zoon was van Gerson, die een zoon was van Levi.

44. Links van Heman stond Etan [ met een groep zangers ]. Etan was uit de familie van Merari. Hij was de zoon van Kisi, die een zoon was van Abdi, die een zoon was van Malluch,

45. die een zoon was van Hasabja, die een zoon was van Amazia, die een zoon was van Hilkia,

46. die een zoon was van Amzi, die een zoon was van Bani, die een zoon was van Semer,

47. die een zoon was van Mali, die een zoon was van Musi, die een zoon was van Merari, die een zoon was van Levi.

48. De andere Levieten deden dienst in de tent van ontmoeting.

49. Maar alleen Aäron en zijn zonen mochten de offers brengen op het brandoffer-altaar en het wierook-altaar. En alleen zij mochten het werk in de allerheiligste kamer doen en vergeving brengen over het volk Israël. Dat moesten ze doen volgens de wetten die Mozes, de dienaar van God, had gegeven.

50. Dit is de familie van Aäron: Aärons zoon was Eleazar. Zijn zoon was Pinehas. Zijn zoon was Abisua.