BasisBijbel

1 Kronieken 6:22-34 BasisBijbel (BB)

22. De familie van Kehat: Kehats zoon was Amminadab. Zijn zoon was Korach. Zijn zoon was Assir.

23. Zijn zoon was Elkana. Zijn zoon was Ebjasaf. Zijn zoon was Assir.

24. Zijn zoon was Tahat. Zijn zoon was Uriël. Zijn zoon was Uzzia en zijn zoon was Saul.

25. De familie van Elkana: Elkana's zonen waren: Amasai, Ahimot

26. en Elkana. De zoon van deze Elkana was Zofai. Zijn zoon was Nahat.

27. Zijn zoon was Eliab. Zijn zoon was Jeroham. Zijn zoon was Elkana. Zijn zoon was Samuel.

28. De zonen van Samuel waren: de oudste zoon Joël en de tweede zoon Abia.

29. De familie van Merari: Merari's zoon was Mali. Zijn zoon was Libni. Zijn zoon was Simeï. Zijn zoon was Uzza.

30. Zijn zoon was Simea. Zijn zoon was Haggia. Zijn zoon was Asaja.

31. Een aantal mannen uit de familie van Levi werd door David aangewezen als zangers in het heiligdom van de Heer. Dat was toen de kist van het verbond [ door koning David in Jeruzalem ] was neergezet.

32. Ze waren eerst zangers bij de tent van ontmoeting , later in de tempel die Salomo in Jeruzalem voor de Heer liet bouwen. Ze werkten volgens de voorschriften die ze hadden gekregen.

33. Uit de familie van Kehat was Heman leider van de zangers. Heman was de zoon van Joël, die een zoon was van Samuel,

34. die een zoon was van Elkana, die een zoon was van Jeroham, die een zoon was van Eliël, die een zoon was van Toa,