BasisBijbel

1 Kronieken 6:11-29 BasisBijbel (BB)

11. Azarja kreeg een zoon: Amarja. Amarja kreeg een zoon: Ahitub.

12. Ahitub kreeg een zoon: Zadok. Zadok kreeg een zoon: Sallum.

13. Sallum kreeg een zoon: Hilkia. Hilkia kreeg een zoon: Azarja.

14. Azarja kreeg een zoon: Seraja. Seraja kreeg een zoon: Jozadak.

15. Jozadak was één van de mensen die door [ koning ] Nebukadnezar [ van Babel ] gevangen werden meegenomen [ naar Babel ] toen de Heer de bewoners van Juda en Jeruzalem liet meenemen.

16. De zonen van Levi waren dus: Gerson, Kehat en Merari.

17. De zonen van Gerson waren: Libni en Simi.

18. De zonen van Kehat waren: Amram, Jizhar, Hebron en Uzziël.

19. De zonen van Merari waren: Mali en Musi. Dit zijn de namen van de families van de Levieten.

20. De familie van Gerson: Gersons zoon was Libni. Zijn zoon was Jahat. Zijn zoon was Zimma.

21. Zijn zoon was Joa. Zijn zoon was Iddo. Zijn zoon was Zera. En zijn zoon was Jeatrai.

22. De familie van Kehat: Kehats zoon was Amminadab. Zijn zoon was Korach. Zijn zoon was Assir.

23. Zijn zoon was Elkana. Zijn zoon was Ebjasaf. Zijn zoon was Assir.

24. Zijn zoon was Tahat. Zijn zoon was Uriël. Zijn zoon was Uzzia en zijn zoon was Saul.

25. De familie van Elkana: Elkana's zonen waren: Amasai, Ahimot

26. en Elkana. De zoon van deze Elkana was Zofai. Zijn zoon was Nahat.

27. Zijn zoon was Eliab. Zijn zoon was Jeroham. Zijn zoon was Elkana. Zijn zoon was Samuel.

28. De zonen van Samuel waren: de oudste zoon Joël en de tweede zoon Abia.

29. De familie van Merari: Merari's zoon was Mali. Zijn zoon was Libni. Zijn zoon was Simeï. Zijn zoon was Uzza.