14. Hij gaf al het goud en zilver dat nodig was om alle voorwerpen te maken:
15. voor de gouden en zilveren kandelaars en de gouden en zilveren olie-lampen op de kandelaars,
16. voor de gouden en zilveren tafels,
17. voor de gouden vorken, offerschalen en kannen, voor de gouden en zilveren bekers,