BasisBijbel

1 Kronieken 27:6-14 BasisBijbel (BB)

6. Deze Benaja werd later aanvoerder van Davids 30 helden. Toen werd zijn zoon Ammizabad de aanvoerder van de groep van de derde maand.

7. Aanvoerder van de vierde groep, voor de vierde maand, was Azaël, de broer van Joab. Zijn groep bestond uit 24.000 mannen. Toen Azaël werd gedood, werd zijn zoon Zebadja de aanvoerder.

8. Aanvoerder van de vijfde groep, voor de vijfde maand, was aanvoerder Samut, uit de familie van Jizra. Zijn groep bestond uit 24.000 mannen.

9. Aanvoerder van de zesde groep, voor de zesde maand, was Ira, de zoon van Ikkes uit Tekoa. Zijn groep bestond uit 24.000 mannen.

10. Aanvoerder van de zevende groep, voor de zevende maand, was Helez uit Bet-Pelet. Hij was uit de stam van Efraïm. Zijn groep bestond uit 24.000 mannen.

11. Aanvoerder van de achtste groep, voor de achtste maand, was Sibbechai uit Husa. Hij was uit de familie van Zera. Zijn groep bestond uit 24.000 mannen.

12. Aanvoerder van de negende groep, voor de negende maand, was Abiëzer uit Anatot. Hij was uit de stam van Benjamin. Zijn groep bestond uit 24.000 mannen.

13. Aanvoerder van de tiende groep, voor de tiende maand, was Maharai uit Netofa. Hij was uit de familie van Zera. Zijn groep bestond uit 24.000 mannen.

14. Aanvoerder van de elfde groep, voor de elfde maand, was Benaja uit Piraton. Hij was uit de stam van Efraïm. Zijn groep bestond uit 24.000 mannen.