BasisBijbel

1 Kronieken 2:46-55 BasisBijbel (BB)

46. Kaleb had een bijvrouw, Efa. Zij kreeg zonen: Haran, Moza en Gazez. Haran kreeg een zoon: Gazez.

47. De zonen van Jedai waren: Regem, Jotam, Gesan, Pelet, Efa en Saäf.

48. Kalebs andere bijvrouw Maächa kreeg ook zonen: Seber en Tirchana.

49. Verder kreeg ze Saäf (die vader werd van Madmanna), Seva (die vader werd van Machbena en Gibea). Kaleb had ook een dochter: Achsa.

50. Dit zijn nog meer zonen van Kaleb en Efrata: Efrata's oudste zoon Hur kreeg zonen: Sobal (die vader werd van Kirjat-Jearim),

51. Salma (die vader werd van Betlehem), en Haref (die vader werd van Bet-Gader).

52. Van Sobal, de vader van Kirjat-Jearim, stamde de bevolking van Haroë af en de helft van de bewoners van Menuchot.

53. Uit Kirjat-Jearim ontstonden de families van Jeter, Put, Suma en Misra. En uit hen ontstonden de families van Sora en Estaol.

54. Van Salma stammen de families van Betlehem, Netofa en Atrot-Bet-Joab af. Verder de [ andere ] helft van de bewoners van Menuchat, de Zorieten

55. en in Jabes de families waarvan de mannen schrijver waren. Dat waren de families van Tira, Simea en Suka. Zij waren Kenieten uit de familie van Hammat, van wie ook de familie van Rechab afstamt.