BasisBijbel

1 Kronieken 15:4-13 BasisBijbel (BB)

4. David liet een aantal mannen uit de familie van Aäron en de Levieten komen. Dat waren:

5. Van de familie van Kehat: het hoofd Uriël met 120 mannen.

6. Van de familie van Merari: het hoofd Asaja met 220 mannen.

7. Van de familie van Gerson: het hoofd Joël met 130 mannen.

8. Van de familie van Elizafan: het hoofd Semaja met 200 mannen.

9. Van de familie van Hebron: het hoofd Eliël met 80 mannen.

10. Van de familie van Uzziël: het hoofd Amminadab met 112 mannen.

11. Toen liet David de priesters Zadok en Abjatar, en de Levieten Uriël, Asaja, Joël, Semaja, Eliël en Amminadab komen.

12. Hij zei tegen hen: "Jullie zijn de familiehoofden van de Levieten. Maak je nu klaar voor de Heer. Dan kunnen jullie de kist van de Heer, de God van Israël, naar de plaats brengen die ik daarvoor heb uitgekozen.

13. De vorige keer hebben jullie de kist van het verbond niet [ aan de stokken ] gedragen. Daarom heeft onze Heer God ons toen zwaar gestraft. Want we hadden niet gedaan wat Hij gezegd had."