BasisBijbel

1 Kronieken 12:13-23 BasisBijbel (BB)

13. Jirmeja als tiende. Machbannai als elfde.

14. Zij waren allemaal uit de stam van Gad en aanvoerders van Davids leger. De minste van hen kon wel 100 vijanden aan. De sterkste van hen kon wel 1000 vijanden verslaan.

15. Op een keer hadden zij het gewaagd om in het voorjaar de Jordaan over te steken, toen de Jordaan zó vol water was, dat beide oevers overstroomd waren. Ze hadden alle bewoners uit het dal links en rechts van de Jordaan weggejaagd.

16. Op een dag kwam er een aantal mannen van de stammen van Benjamin en Juda bij David in de berggrot.

17. David ging hun tegemoet en zei: "Als jullie met goede bedoelingen bij mij komen en mij komen helpen, dan zijn jullie welkom. Maar pas op als jullie mij aan mijn vijanden willen verraden! De God van onze voorvaders zal het zien. Hij zal jullie ervoor straffen! Want ik heb niets slechts gedaan."

18. Toen werd Amasai, de aanvoerder van de 30 mannen, vol van Gods Geest en zei: "We zijn hier voor jou, David! We staan aan jouw kant, zoon van Isaï! We wensen je alleen maar goeds toe. En we wensen goeds toe aan iedereen die jou helpt. Want God staat aan jouw kant!" Toen nam David hen op in zijn leger. Ze werden zijn aanvoerders.

19. Ook uit de stam van Manasse liep een aantal mannen over naar David. Dat gebeurde toen hij met de Filistijnen tegen Saul zou strijden. Maar uiteindelijk heeft hij de Filistijnen niet in deze strijd geholpen. Want de stadskoningen van de Filistijnen stuurden David weg. Ze waren bang dat hij naar Saul zou overlopen en tegen hén zou strijden in plaats van tegen Saul.

20. Toen David naar Ziklag ging, liepen de volgende mannen van de stam van Manasse naar hem over: Adna, Jozabad, Jediaël, Michaël, Jozabad, Elihu en Zilletai. Zij waren allemaal aanvoerders van duizend mannen van Manasse.

21. Ze hielpen David met het aanvoeren van zijn leger, want ze waren allemaal dappere helden. Ze werden aanvoerders van zijn leger.

22. Elke dag kwamen er mannen bij die David wilden helpen. Daardoor werd zijn leger erg groot. Het leek het leger van de Heer wel.

23. Dit zijn de aantallen bewapende mannen die naar David in Hebron kwamen. Zij wilden ervoor zorgen dat hij koning zou worden in de plaats van Saul, zoals de Heer hem had beloofd: