BasisBijbel

1 Kronieken 1:25-41 BasisBijbel (BB)

25. Sela kreeg een zoon: Heber. Heber kreeg een zoon: Peleg. Peleg kreeg een zoon: Rehu.

26. Rehu kreeg een zoon: Serug. Serug kreeg een zoon: Nahor. Nahor kreeg een zoon: Terach.

27. Terach kreeg een zoon: Abram (die later Abraham heette).

28. De zonen van Abraham waren: Izaäk en Ismaël.

29. De oudste zoon van Ismaël was Nebajot. Verder kreeg Ismaël: Kedar, Adbeël, Mibsam,

30. Misma en Duma, Massa, Hadad en Tema,

31. Jetur, Nafis en Kedma. Dit zijn de zonen van Ismaël.

32. Abrahams bijvrouw Ketura kreeg ook zonen: Zimran, Joksan, Medan, Midian, Jisbak en Sua. De zonen van Joksan waren Scheba en Dedan.

33. De zonen van Midian waren: Efa, Efer, Henoch, Abida en Eldaä. Dit waren kleinzonen van Ketura.

34. [ Dus ] Abraham kreeg Isaäk. Isaäk kreeg twee zonen: Ezau en Israël.

35. De zonen van Ezau waren: Elifaz, Rehuël, Jehus, Jaëlam en Korach.

36. De zonen van Elifaz waren: Teman en Omar, Zefi en Gaëtam, Kenaz, Timna en Amalek.

37. De zonen van Rehuël waren: Nahat, Zera, Samma en Mizza.

38. De zonen van Seïr waren: Lotan, Sobal, Zibeon, Ana, Dison, Ezer en Disan.

39. De zonen van Lotan waren: Hori en Homam. De zus van Lotan heette Timna. De zonen van Sobal waren: Aljan, Manahat, Ebal, Sefi en Onam.

40. De zonen van Zibeon waren: Aja en Ana.

41. De zoon van Ana was Dison. De zonen van Dison waren: Hamran, Esban, Jitran en Keran.