BasisBijbel

1 Kronieken 1:18-31 BasisBijbel (BB)

18. Arpachsad kreeg een zoon: Sela. Sela kreeg een zoon: Heber.

19. Heber kreeg twee zonen: de ene heette Peleg [ (= 'scheiding') ], want in zijn dagen werd de aarde gedeeld. Zijn broer heette Joktan.

20. De zonen van Joktan waren: Almodad, Selef, Hazarmavet, Jera,

21. Hadoram, Uzal, Dikla,

22. Ebal, Abimaël, Scheba,

23. Ofir, Havila en Jobab. Dat waren alle zonen van Joktan.

24. [ Dus ] Sem kreeg Arpachsad. Arpachsad kreeg een zoon: Sela.

25. Sela kreeg een zoon: Heber. Heber kreeg een zoon: Peleg. Peleg kreeg een zoon: Rehu.

26. Rehu kreeg een zoon: Serug. Serug kreeg een zoon: Nahor. Nahor kreeg een zoon: Terach.

27. Terach kreeg een zoon: Abram (die later Abraham heette).

28. De zonen van Abraham waren: Izaäk en Ismaël.

29. De oudste zoon van Ismaël was Nebajot. Verder kreeg Ismaël: Kedar, Adbeël, Mibsam,

30. Misma en Duma, Massa, Hadad en Tema,

31. Jetur, Nafis en Kedma. Dit zijn de zonen van Ismaël.