BasisBijbel

1 Korintiërs 8:10-13 BasisBijbel (BB)

10. Stel dat jij weet hoe het zit met offervlees. En stel dat iemand jou in de tempel van een afgod offervlees ziet eten. Als hij nog niet zo goed weet hoe het zit, zal hij denken dat het goed is om mee te doen met de offerfeesten voor de afgoden.

11. Dan loopt zíjn geloof schade op, doordat jíj weet hoe het zit met het eten van offervlees. Dat is heel erg, want hij is een broeder. Christus is ook voor hém gestorven.

12. Op die manier doe je verkeerd tegen die broeder. Je beschadigt zijn geweten dat nog zwak is. En als je verkeerd doet tegen een broeder, doe je verkeerd tegen Christus.

13. Als wat ik eet slecht is voor het geloof van mijn broeder, wil ik liever voor eeuwig geen vlees meer eten. Want ik wil niet dat door iets wat ik eet, het geloof van mijn broeder beschadigd wordt.