BasisBijbel

1 Korintiërs 7:9-25 BasisBijbel (BB)

9. Maar als je dat te moeilijk vindt, is het beter om te trouwen. Want het is beter om te trouwen, dan om niet te trouwen en aldoor aan niets anders dan seks te kunnen denken.

10. Maar aan de mensen die getrouwd zijn, geeft de Heer het bevel (niet ik) dat een vrouw niet van haar man mag scheiden.

11. Als ze dat toch doet, moet ze verder ongetrouwd blijven, óf weer teruggaan naar haar man en het met hem goedmaken. En een man mag niet scheiden van zijn vrouw.

12. Maar tegen de andere mensen zeg ik (niet de Heer [ want Hij heeft hier niet over gesproken ]): als een man gelovig wordt en zijn ongelovige vrouw wil toch bij hem blijven, dan mag hij haar niet wegsturen [ omdat ze ongelovig is ].

13. En als een vrouw gelovig wordt en haar ongelovige man wil toch graag dat ze bij hem blijft, mag ze niet bij haar man weggaan [ omdat hij ongelovig is ].

14. Want de ongelovige man hoort bij God en is rein door zijn huwelijk met zijn gelovige vrouw. En de ongelovige vrouw hoort bij God en is rein door haar huwelijk met haar gelovige man. Want anders zouden hun kinderen 'onrein' zijn. Maar zo horen ook de kinderen bij God.

15. Maar als de ongelovige bij de gelovige weg wil, mogen ze van elkaar scheiden. Ze hoeven zich dan niet verplicht te voelen om getrouwd te blijven. Want God wil dat jullie in vrede leven.

16. Want hoe kan de vrouw er zeker van zijn dat ze haar man zal redden? En hoe kan de man er zeker van zijn dat hij zijn vrouw zal redden?

17. Maar jullie moeten leven op de manier die de Heer van je vraagt. Blijf wat je was toen God je riep. Zo leer ik het aan alle gemeenten.

18. Als je besneden was toen je door God geroepen werd, moet je daar geen spijt van hebben. Als je onbesneden was toen je door God geroepen werd, moet je je nu niet laten besnijden.

19. Want het gaat er helemaal niet om of je wel of niet besneden bent. Het gaat erom dat je gehoorzaam bent aan God.

20. Jullie moeten allemaal blijven wat jullie waren toen God jullie riep.

21. Als je een slaaf was toen je werd geroepen, maak je daar dan geen zorgen over. Maar als je vrij kan worden, doe dat dan.

22. Maar ook als slaaf ben je in Gods ogen een vrij mens. En als je een vrij mens was toen je door God werd geroepen, ben je een slaaf van Christus.

23. Want God heeft je voor een hoge prijs gekocht. Maar gedraag je nooit als een slaaf van mensen[ , maar bedenk wel dat je een slaaf van Christus bent ].

24. Broeders en zusters, blijf dus voor God wat jullie waren toen jullie door God werden geroepen.

25. Voor de ongetrouwde meisjes heb ik geen bevel van de Heer. Maar ik heb wel mijn eigen mening. En dankzij Gods Geest is die te vertrouwen.