BasisBijbel

1 Korintiërs 7:8-14 BasisBijbel (BB)

8. Maar tegen de ongetrouwde mensen en de weduwen zeg ik: het is goed om zoals ik ongetrouwd te blijven.

9. Maar als je dat te moeilijk vindt, is het beter om te trouwen. Want het is beter om te trouwen, dan om niet te trouwen en aldoor aan niets anders dan seks te kunnen denken.

10. Maar aan de mensen die getrouwd zijn, geeft de Heer het bevel (niet ik) dat een vrouw niet van haar man mag scheiden.

11. Als ze dat toch doet, moet ze verder ongetrouwd blijven, óf weer teruggaan naar haar man en het met hem goedmaken. En een man mag niet scheiden van zijn vrouw.

12. Maar tegen de andere mensen zeg ik (niet de Heer [ want Hij heeft hier niet over gesproken ]): als een man gelovig wordt en zijn ongelovige vrouw wil toch bij hem blijven, dan mag hij haar niet wegsturen [ omdat ze ongelovig is ].

13. En als een vrouw gelovig wordt en haar ongelovige man wil toch graag dat ze bij hem blijft, mag ze niet bij haar man weggaan [ omdat hij ongelovig is ].

14. Want de ongelovige man hoort bij God en is rein door zijn huwelijk met zijn gelovige vrouw. En de ongelovige vrouw hoort bij God en is rein door haar huwelijk met haar gelovige man. Want anders zouden hun kinderen 'onrein' zijn. Maar zo horen ook de kinderen bij God.