BasisBijbel

1 Korintiërs 12:8-18 BasisBijbel (BB)

8. Aan de één geeft Hij de gave om met wijsheid te spreken. Aan iemand anders geeft diezelfde Geest de gave om dingen te weten.

9. Aan weer iemand anders geeft diezelfde Geest de gave van bijzonder geloof. En aan wéér een ander geeft diezelfde Geest gaven om mensen te genezen.

10. De één krijgt de gave om wonderen te doen. Een ander de gave om te profeteren. De één krijgt de gave om de geesten te herkennen. Iemand anders de gave om verschillende talen van de Geest te spreken. Weer een ander krijgt de gave om die talen van de Geest uit te leggen.

11. Maar al deze gaven komen van één en dezelfde Geest. En Hij geeft aan iedereen wat Hij wil en op de manier die Hij wil.

12. Want een lichaam is één geheel, maar bestaat wel uit verschillende lichaamsdelen. Al die lichaamsdelen vormen samen één lichaam. Zo is het ook met Christus.

13. Want we zijn allemaal in één Geest ondergedompeld, zodat we samen één Lichaam werden. Het maakt niet uit of we Joden zijn of van een ander volk zijn. Het maakt ook niet uit of we slaven zijn of vrije mensen. We zijn allemaal vol van dezelfde Geest.

14. Een lichaam bestaat toch ook niet uit één lichaamsdeel, maar uit een groot aantal lichaamsdelen?

15. Als één van de voeten zou zeggen: "Omdat ik geen hand ben, hoor ik niet bij het lichaam," heeft hij dan gelijk?

16. En als een oor zou zeggen: "Omdat ik geen oog ben, hoor ik niet bij het lichaam," heeft het dan gelijk?

17. Want hoe kan een lichaam horen als het alleen uit ogen zou bestaan? En hoe kan het ruiken als het alleen uit oren zou bestaan?

18. Maar God heeft aan iedereen zijn eigen, speciale plaats in het Lichaam gegeven, daar waar Hij het wil.