BasisBijbel

1 Korintiërs 12:14-21 BasisBijbel (BB)

14. Een lichaam bestaat toch ook niet uit één lichaamsdeel, maar uit een groot aantal lichaamsdelen?

15. Als één van de voeten zou zeggen: "Omdat ik geen hand ben, hoor ik niet bij het lichaam," heeft hij dan gelijk?

16. En als een oor zou zeggen: "Omdat ik geen oog ben, hoor ik niet bij het lichaam," heeft het dan gelijk?

17. Want hoe kan een lichaam horen als het alleen uit ogen zou bestaan? En hoe kan het ruiken als het alleen uit oren zou bestaan?

18. Maar God heeft aan iedereen zijn eigen, speciale plaats in het Lichaam gegeven, daar waar Hij het wil.

19. Als we met z'n allen één lichaamsdeel zouden zijn, dan zou er toch geen Lichaam zijn?

20. Maar nu zijn er wel veel lichaamsdélen, maar is er maar één Lichaam.

21. Een oog kan niet tegen een hand zeggen: "Ik heb jou niet nodig." En het hoofd kan niet tegen de voeten zeggen: "Ik heb jullie niet nodig."