BasisBijbel

1 Korintiërs 11:6-17 BasisBijbel (BB)

6. Want als een vrouw geen hoofddoek omdoet, kan ze net zo goed haar haren kort laten knippen. Maar als het een schande is voor een vrouw om kort haar te hebben, dan moet ze een hoofddoek omdoen.

7. Maar een man moet [ in de bijeenkomst van de gemeente ] geen doek om zijn hoofd doen: hij is de afbeelding van God. Hij vertegenwoordigt God. Maar de vrouw vertegenwoordigt haar man.

8. Want de man is niet uit de vrouw gemaakt, maar de vrouw is uit de man gemaakt.

9. De man is niet gemaakt als hulp voor de vrouw, maar de vrouw is gemaakt als hulp voor de man.

10. Daarom moet de vrouw [ in de bijeenkomst van de gemeente ] haar hoofd bedekken. Dat laat zien dat ze respect heeft voor het gezag van haar man. Net zoals de engelen hun respect laten zien voor het gezag van God.

11. En toch kan in [ het plan van ] de Heer een man niet zonder zijn vrouw, en een vrouw kan niet zonder haar man.

12. Want net zoals de vrouw uit de man is ontstaan, is de man ontstaan door de vrouw. Maar alle twee zijn ze uit God ontstaan.

13. Denk zelf maar na: staat het netjes als een vrouw tot God bidt zonder dat ze haar hoofd bedekt?

14. Aan de natuur kunnen we zien dat het verkeerd is voor een man om lang haar te hebben,

15. maar dat het juist mooi en goed is als een vrouw lang haar heeft. Dat lange haar is haar sluier.

16. Ik wil hierover geen ruzie met jullie maken. Wij houden ons uitsluitend aan déze gewoonte, en de andere gemeenten van God ook.

17. Nu ik dit schrijf, moet ik denken aan jullie bijeenkomsten. Daar moet ik streng over zijn. Want jullie bijeenkomsten doen meer kwaad dan goed.