BasisBijbel

1 Korintiërs 13:1-9 BasisBijbel (BB)

1. Stel dat ik de talen van de mensen en van de engelen kon spreken. Maar als ik dat zonder liefde deed, was het alleen maar lawaai.

2. Stel dat ik kon profeteren, al Gods verborgen plannen kende, alles wist wat er te weten valt en zoveel geloof had dat ik bergen kon verplaatsen. Maar als ik dat zonder liefde deed, stelde ik niets voor.

3. Stel dat ik alles wat ik had weggaf aan de arme mensen, en stel dat ik er trots op kon zijn dat ik mijn lichaam opofferde [ vanwege mijn geloof in de Heer ]. Maar als ik dat zonder liefde deed, had ik er niets aan.

4. De liefde is geduldig en vriendelijk. Liefde wordt niet jaloers. Liefde schept niet op en vindt zichzelf niet vreselijk belangrijk.

5. Liefde zegt of doet geen onaardige dingen en denkt niet alleen maar aan zichzelf. Liefde raakt niet verbitterd. Liefde vergeeft als een ander iets verkeerds heeft gedaan.

6. Liefde is niet blij met oneerlijke dingen, maar met de waarheid.

7. Liefde vertelt fouten van andere mensen niet door, denkt altijd het beste van een ander en blijft altijd geduldig.

8. De liefde schiet nooit tekort en verdwijnt nooit. Maar profetieën zullen op een dag niet meer nodig zijn. Talen van de Geest zullen er niet meer zijn. Kennis zal onbelangrijk worden.

9. Want nu zijn onze kennis en ons profeteren nog onvolmaakt.