BasisBijbel

1 Koningen 6:6-25 BasisBijbel (BB)

6. De onderste verdieping was 5 el [ (2,25 m) ] breed, de middelste was 6 el [ (2,70 m) ] breed en de bovenste was 7 el breed [ (3,15 m) ]. Dat kwam doordat hij de buitenmuren had laten inspringen, zodat hij geen steunpilaren voor de galerijen hoefde te maken.

7. De stenen voor de tempel werden bij de steengroeve al helemaal op de goede maat gemaakt. Bij de bouw was dus geen lawaai van hamers, beitels of andere ijzeren gereedschappen te horen.

8. De ingang voor de onderste galerij was aan de rechterkant van de tempel. Vandaar ging een wenteltrap naar de middelste galerij en van de middelste naar de bovenste galerij.

9. Toen de tempel af was, liet hij er een plat dak op maken van balken en planken van cederhout.

10. De galerijen van de aanbouw waren 5 el [ (2,25 m) ] hoog. De aanbouw werd met balken van cederhout aan het hoofdgebouw vastgemaakt.

11. En de Heer zei tegen Salomo:

12. en

13. "Als je Mij gehoorzaamt en je houdt aan mijn wetten en leefregels, zal Ik doen wat Ik je vader David heb beloofd: Ik zal bij de Israëlieten wonen in de tempel die jij nu voor Mij aan het bouwen bent. En Ik zal mijn volk Israël niet verlaten."

14. Zo bouwde Salomo de tempel.

15. Toen de buitenkant klaar was, liet hij de binnenkant van alle muren vanaf de vloer tot aan het plafond betimmeren met planken van cederhout. De vloer werd bedekt met planken van cipressenhout.

16. Verder liet hij achter in de tempel een scheidingswand van cederhout maken. De ruimte daarachter was 20 el [ (9 m) ] vanaf de wand tot de achtermuur. De scheidingswand liep vanaf de vloer tot aan het plafond. Die achterzaal werd de allerheiligste kamer.

17. En de voorzaal, de heilige kamer , was 40 el [ (18 m) ] vanaf de deur tot de wand.

18. De binnenkant werd helemaal betimmerd met cederhout en versierd met houtsnijwerk van knoppen en bloemen. Alles was van cederhout. Nergens was nog steen te zien.

19. Zo liet hij dus binnen in de tempel een achterzaal maken waar de kist van het verbond van de Heer zou komen te staan.

20. De achterzaal was 20 el [ (9 m) ] lang, 20 el breed en 20 el hoog. Hij werd van binnen helemaal bedekt met zuiver goud. Salomo liet ook het [ wierook- ]altaar, dat van cederhout was, helemaal met goud bedekken.

21. De binnenkant van de tempel liet hij met zuiver goud bedekken. Hij liet een gordijn maken dat aan gouden kettingen hing, vóór de achterzaal die hij met goud had laten bedekken.

22. Het hele huis liet hij van onder tot boven met goud bedekken. Ook het [ wierook- ]altaar vóór de achterzaal werd helemaal met goud bedekt.

23. In de achterzaal liet hij twee engelen van olijfhout maken. Elke engel was 10 el [ (4,50 m) ] hoog.

24. De vleugels van de engelen waren 5 el [ (2,25 m) ] lang. Van de top van de ene vleugel tot de top van de andere vleugel was 10 el [ (4,50 m) ].

25. De andere engel was ook 10 el hoog. De twee engelen waren even groot en zagen er hetzelfde uit.