BasisBijbel

1 Koningen 6:23-38 BasisBijbel (BB)

23. In de achterzaal liet hij twee engelen van olijfhout maken. Elke engel was 10 el [ (4,50 m) ] hoog.

24. De vleugels van de engelen waren 5 el [ (2,25 m) ] lang. Van de top van de ene vleugel tot de top van de andere vleugel was 10 el [ (4,50 m) ].

25. De andere engel was ook 10 el hoog. De twee engelen waren even groot en zagen er hetzelfde uit.

26. Ze waren allebei 10 el hoog.

27. De engelen werden midden in de achterzaal neergezet. Ze stonden met gespreide vleugels. De vleugel van de ene engel raakte de ene muur, en de vleugel van de andere engel raakte de andere muur. En de [ twee andere ] vleugels van de twee engelen raakten elkaar in het midden van de kamer.

28. Ook deze engelen liet hij met goud bedekken.

29. Alle muren van de tempel, dus van de voorzaal en van de achterzaal, liet hij met houtsnijwerk versieren. Er werden engelen, palmbomen en bloemen in uitgesneden.

30. De vloer van de voorzaal en van de achterzaal liet hij met goud bedekken.

31. Voor de ingang van de achterzaal liet hij deuren van olijfhout maken. Die waren samen één vijfde deel van de breedte van de wand.

32. De twee deuren werden versierd met houtsnijwerk: hij liet er engelen, palmbomen en bloemen in uitsnijden. Daarna werden ze met goud bedekt.

33. Verder liet hij voor de ingang van de voorzaal deurposten van olijfhout maken. Die waren samen één kwart van de breedte van de wand.

34. De twee deuren waren van cipressenhout. Het waren vouwdeuren die in het midden scharnierden.

35. Hij liet daar engelen, palmbomen en bloemen in uitsnijden. Die liet hij met goud bedekken.

36. Vóór het gebouw kwam een plein met daaromheen een muur. Die was opgebouwd uit drie rijen uitgehakte stenen en een rij balken van cederhout.

37. Toen Salomo vier jaar koning was, werd in de maand Zif het fundament van de tempel van de Heer gelegd.

38. Toen hij elf jaar koning was, in de maand Bul (dat is de achtste maand) was de tempel helemaal volgens plan gebouwd. Hij had er dus zeven jaar over gedaan om de tempel te bouwen.