BasisBijbel

1 Koningen 5:9-18 BasisBijbel (BB)

9. Mijn dienaren zullen het van de Libanon naar de zee brengen en er daar vlotten van maken. Laat mij weten waar ik die vlotten naar toe moet laten brengen. Daar zal ik de vlotten weer uit elkaar laten halen, zodat u het hout kan ophalen. Als betaling levert u het eten voor mijn paleis."

10. Zo leverde Hiram aan Salomo zoveel cederhout en cipressenhout als Salomo wenste.

11. En Salomo betaalde Hiram hiervoor elk jaar 20.000 kor [ (5 miljoen liter) ] tarwe en 20 kor [ (500 liter) ] olijf-olie voor zijn paleis.

12. De Heer deed wat Hij had beloofd en maakte Salomo heel erg wijs. En er was vrede tussen Hiram en Salomo. Ze sloten een verbond met elkaar.

13. Koning Salomo liet uit heel Israël 30.000 mannen oproepen om voor hem te werken.

14. Elke maand stuurde hij een groep van 10.000 mannen naar de Libanon. Elke groep werkte steeds één maand op de Libanon en was dan twee maanden thuis. Adoniram had de leiding over het werk.

15. Verder had Salomo 70.000 dragers en 80.000 steenhouwers in de bergen.

16. Er waren 3300 hoofdopzieners die de leiding hadden over de arbeiders die voor hen werkten.

17. De koning beval dat er grote steenblokken van goede kwaliteit uitgehakt moesten worden. Die waren voor het fundament van de tempel.

18. De bouwers van Salomo en Hiram en uit Gebal bewerkten de boomstammen en de rotsblokken verder tot balken en stenen voor de bouw van de tempel.