BasisBijbel

1 Koningen 22:41-50 BasisBijbel (BB)

41. Toen Achab vier jaar koning van Israël was, werd Josafat, de zoon van Asa, koning van Juda.

42. Josafat was 35 jaar toen hij koning werd. Hij regeerde 25 jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Azuba en was een dochter van Silchi.

43. Hij leefde op dezelfde manier als zijn vader Asa. Hij leefde zoals de Heer het wil.

44. Alleen liet hij de altaren van de afgoden niet afbreken. Het volk offerde daar nog steeds.

45. Josafat sloot vrede met de koning van Israël.

46. De rest van wat Josafat allemaal heeft gedaan, met zijn dappere daden en de oorlogen die hij heeft gevoerd, staat allemaal opgeschreven in de boeken met de geschiedenis van de koningen van Juda.

47. En hij joeg de rest van de tempelhoeren die er nog waren uit de tijd van zijn vader Asa weg uit het land.

48. Edom had in die tijd geen koning, maar een bestuurder.

49. Koning Josafat bouwde een vloot in Tarsis om in Ofir goud te gaan halen. Maar de schepen kwamen nooit in Ofir aan, want tijdens een storm zonken ze bij Ezeon-Geber.

50. Koning Ahazia, de zoon van Achab, had tegen koning Josafat gezegd: "Laat op uw schepen ook mannen van mij meegaan." Maar Josafat wilde dat niet.