BasisBijbel

1 Koningen 18:13-25 BasisBijbel (BB)

13. Hebben ze u dan niet verteld wat ik heb gedaan toen Izebel de profeten van de Heer liet doden? Dat ik 100 profeten van de Heer heb gered? Ik heb hen in twee groepen van 50 in een grot verborgen. Ik heb ervoor gezorgd dat ze brood en water hadden.

14. Hoe kunt u dan nu zeggen: 'Ga naar je heer en zeg: Elia is er?' Hij zou mij doden!"

15. Toen zei Elia: "Ik zweer bij de Heer van de hemelse legers, de God die ik dien, dat ik vandaag naar hem toe zal gaan."

16. Toen zocht Obadja koning Achab op en bracht hem de boodschap over. Achab ging Elia tegemoet.

17. Zodra Achab Elia zag, zei hij: "Ben je daar eindelijk? Deze ramp is jouw schuld!"

18. Maar Elia zei: "Deze ramp is niet mijn schuld, maar de schuld van u en uw vader. Want u heeft de Heer niet gehoorzaamd. U bent andere goden gaan aanbidden.

19. Roep nu heel Israël bij elkaar op de berg Karmel. Ook de 450 profeten van Baäl en de 400 profeten van Asjera die bij Izebel aan tafel eten."

20. Toen liet Achab alle Israëlieten en alle profeten naar de berg Karmel komen.

21. Elia kwam ook en zei: "Hoelang blijven jullie nog op twee gedachten hinken? Wanneer zullen jullie kiezen wie jullie zullen dienen? Als de Heer jullie God is, dien Hém dan. Maar als Baäl jullie god is, dien hém." Maar het volk antwoordde niets.

22. Toen zei Elia: "Ik ben de enige profeet van de Heer die nog over is. Maar er zijn 450 profeten van Baäl.

23. Breng twee stieren hier. Kies er één van uit, hak hem in stukken en leg de stukken op het hout. Maar steek het hout niet aan. Ik zal de andere stier in stukken hakken en op het hout leggen, en het hout ook niet aansteken.

24. Roep dan tot jullie god, en ik zal tot de Heer roepen. De god die antwoordt met vuur, zal God zijn." Het hele volk antwoordde: "Dat is goed."

25. Daarna zei Elia tegen de profeten van Baäl: "Jullie mogen als eerste een stier uitkiezen, want jullie zijn met zo veel. Roep daarna tot jullie god, maar steek het hout niet aan."