BasisBijbel

1 Koningen 16:21-29 BasisBijbel (BB)

21. Toen raakte het volk verdeeld. De ene helft van het volk kroonde Tibni, de zoon van Ginat, tot koning. De andere helft sloot zich bij Omri aan.

22. Maar het deel dat zich bij Omri aansloot, was sterker dan het deel dat zich bij Tibni aansloot. Tibni werd gedood en Omri werd koning van heel Israël.

23. Omri werd koning van Israël toen Asa 31 jaar koning van Juda was. Hij regeerde twaalf jaar. Daarvan regeerde hij zes jaar in Tirza.

24. Toen kocht hij van Semer de berg Samaria voor 2 talenten [ (60 kilo) ] zilver. Hij bouwde er een stad op en noemde die Samaria, naar Semer, de eigenaar van de berg.

25. Omri leefde niet zoals de Heer het wil. Hij was zelfs slechter dan alle andere koningen vóór hem.

26. Hij aanbad afgoden, net als koning Jerobeam, de zoon van Nebat. Door hem werd heel het koninkrijk Israël ongehoorzaam aan God. Ze maakten God kwaad met hun godenbeelden.

27. De rest van wat Omri allemaal heeft gedaan, met al zijn dappere daden, staat opgeschreven in de boeken met de geschiedenis van de koningen van Israël.

28. Omri stierf en werd begraven in Samaria. Zijn zoon Achab werd na hem koning van Israël.

29. Toen Asa 38 jaar koning van Juda was, werd Achab, de zoon van Omri, koning van Israël. Hij regeerde in Samaria 22 jaar over Israël.