BasisBijbel

1 Koningen 15:16-21 BasisBijbel (BB)

16. Al de tijd dat Asa over Juda regeerde, voerde hij oorlog met koning Baësa van Israël.

17. Baësa viel Juda aan en bouwde een muur en torens om Rama. Zo kon hij alle handel van en naar koning Asa van Juda tegenhouden.

18. Toen haalde Asa al het zilver en goud op dat in de schatkamers van de tempel van de Heer en in het paleis was overgebleven. Dat liet hij naar koning Benhadad van Aram in Damaskus brengen. (Benhadad was de zoon van Tabrimmon, die een zoon was van Hezion.)

19. Daarbij stuurde hij hem de boodschap: "Uw vader heeft een verbond gesloten met mijn vader. Laten wij nu ook een verbond sluiten. Ik geef u dit geschenk van zilver en goud, als u uw verbond met koning Baësa van Israël verbreekt en hem en zijn leger uit mijn land wegjaagt."

20. Benhadad deed wat koning Asa hem had gevraagd en viel met zijn legers Israël aan. Hij veroverde de steden Ijon, Dan, Abel-Bet-Maächa en heel Kinnerot met het hele gebied van de stam van Naftali.

21. Zodra Baësa dat hoorde, vertrok hij uit Rama en ging terug naar Tirza.