BasisBijbel

1 Koningen 15:10-19 BasisBijbel (BB)

10. Hij regeerde 41 jaar in Jeruzalem. Zijn [ groot ]moeder was Maächa, een [ klein ]dochter van Absalom.

11. Asa leefde zoals de Heer het wil, net zoals zijn voorvader David.

12. Hij joeg de tempelhoeren weg en haalde alle godenbeelden weg die zijn vader en grootvader hadden gemaakt.

13. Toen zijn [ groot ]moeder een godenbeeld liet neerzetten in het bos, nam hij haar de macht af die zij had. Hij hakte het afschuwelijke beeld in stukken en verbrandde die in het dal Kidron.

14. Maar de altaren op de heuvels haalde hij niet weg. Toch diende Asa zijn leven lang met zijn hele hart de Heer.

15. Hij bracht de geschenken die zijn vader aan de Heer had gegeven en zijn eigen geschenken naar de tempel van de Heer: zilver, goud en allerlei voorwerpen.

16. Al de tijd dat Asa over Juda regeerde, voerde hij oorlog met koning Baësa van Israël.

17. Baësa viel Juda aan en bouwde een muur en torens om Rama. Zo kon hij alle handel van en naar koning Asa van Juda tegenhouden.

18. Toen haalde Asa al het zilver en goud op dat in de schatkamers van de tempel van de Heer en in het paleis was overgebleven. Dat liet hij naar koning Benhadad van Aram in Damaskus brengen. (Benhadad was de zoon van Tabrimmon, die een zoon was van Hezion.)

19. Daarbij stuurde hij hem de boodschap: "Uw vader heeft een verbond gesloten met mijn vader. Laten wij nu ook een verbond sluiten. Ik geef u dit geschenk van zilver en goud, als u uw verbond met koning Baësa van Israël verbreekt en hem en zijn leger uit mijn land wegjaagt."