BasisBijbel

1 Koningen 14:9-22 BasisBijbel (BB)

9. Maar jij bent slechter geweest dan alle anderen vóór jou, want je hebt andere goden gemaakt. Met die beelden heb je Mij heel erg kwaad gemaakt. Want je hebt Mij aan de kant geschoven.

10. Daarom zal Ik een ramp over jouw hele familie laten komen. Ik zal alle mannen uit je familie doden, van hoog tot laag. Ik zal je hele familie wegvegen zoals je mest uit de stal wegveegt. Er zal niemand van overblijven.

11. De mannen die in de stad worden gedood, zullen door de honden worden opgegeten. En de mannen die in het veld worden gedood, zullen door de vogels worden opgegeten. De Heer heeft het gezegd.

12. Ga nu terug naar huis, vrouw van Jerobeam. Op het moment dat u de stad binnenkomt, zal de jongen sterven.

13. Heel Israël zal over hem huilen en treuren en ze zullen hem begraven. Van Jerobeams familie zal hij de enige zijn die in een graf komt te liggen. Want hij is de enige in wie de Heer, de God van Israël, nog iets goeds heeft gezien.

14. De Heer zal ervoor zorgen dat een koning van Israël Jerobeams familie zal vernietigen. En wat zal er daarna gebeuren?

15. De Heer zal Israël zwaar straffen. Het land zal ervan schudden zoals riet in de storm. Hij zal de Israëlieten wegrukken uit dit prachtige land dat Hij aan hun voorouders heeft gegeven. Hij zal hen uit elkaar jagen, naar de overkant van de Rivier , omdat ze palen hebben aanbeden en Hem daarmee kwaad gemaakt hebben.

16. Hij zal Israël loslaten omdat Jerobeam ongehoorzaam aan Mij is geweest en omdat hij Israël ongehoorzaam aan Mij heeft gemaakt."

17. De vrouw van Jerobeam vertrok en ging terug naar Tirza . Op het moment dat ze over de drempel van het paleis stapte, stierf de jongen.

18. Hij werd begraven en heel Israël huilde en treurde over hem, zoals de Heer had gezegd door de profeet Ahia.

19. De rest van wat Jerobeam allemaal heeft gedaan, de oorlogen die hij gevoerd heeft en hoe hij geregeerd heeft, staat opgeschreven in de boeken met de geschiedenis van de koningen van Israël.

20. Jerobeam heeft 22 jaar geregeerd. Toen hij stierf, werd zijn zoon Nadab koning van Israël.

21. Intussen was Rehabeam, de zoon van Salomo, koning van Juda. Rehabeam was 41 jaar toen hij koning werd. Hij regeerde 17 jaar in Jeruzalem, de stad die de Heer uit alle stammen van Israël had uitgekozen om daar te wonen. Zijn moeder heette Naäma en kwam uit Ammon.

22. Het koninkrijk Juda leefde niet zoals de Heer het wil. De bewoners maakten Hem kwaad, doordat ze slechte dingen deden. Ze waren veel erger dan hun voorouders.