BasisBijbel

1 Koningen 1:36-40 BasisBijbel (BB)

36. Benaja antwoordde de koning: "Ik zal doen wat u heeft gezegd. Laat de Heer uw woorden bevestigen.

37. Ik wens u toe dat de Heer voor Salomo net zo goed zal zijn als voor u, en dat Hij Salomo zelfs nog machtiger dan u zal maken, mijn heer de koning!"

38. Toen vertrokken de priester Zadok, de profeet Natan en Benaja met de lijfwacht. Ze brachten Salomo op het paard van koning David naar Gihon.

39. Zadok had de ramshoorn met olijf-olie uit de tent van ontmoeting meegenomen. Daarmee zalfde hij Salomo. Toen bliezen ze op de ramshorens en riepen: "Leve koning Salomo!"

40. Daarna ging het hele volk met hem mee. Ze maakten muziek en vierden feest, zodat de aarde ervan dreunde.