BasisBijbel

1 Koningen 1:18-28 BasisBijbel (BB)

18. Maar nu is Adonia koning geworden en u weet het niet eens.

19. Hij heeft grote aantallen koeien, geiten en schapen geslacht. Al uw zonen, de priester Abjatar en aanvoerder Joab zijn uitgenodigd [ voor het kroningsfeest ]. Alleen Salomo heeft hij niet uitgenodigd.

20. Maar Israël verwacht dat ú hun zal zeggen wie er na u koning zal zijn.

21. Als u niets doet, zullen mijn zoon Salomo en ik als opstandelingen worden gedood, zodra u bent gestorven."

22. Terwijl ze met de koning hierover sprak, kwam de profeet Natan naar de koning.

23. Een dienaar kwam de koning zeggen: "De profeet Natan is er." Toen Natan bij de koning was gekomen, boog hij diep.

24. En hij zei: "Mijn heer de koning, heeft ú gezegd dat Adonia na u koning moet worden?

25. Want hij heeft vandaag grote aantallen koeien, schapen en geiten geslacht voor een feest. Hij heeft al uw zonen, de aanvoerders van het leger en de priester Abjatar uitgenodigd. Ze zijn nu samen aan het eten en drinken en roepen: 'Leve koning Adonia!'

26. Maar ik, de priester Zadok, Benaja en Salomo zijn niet uitgenodigd.

27. Als u dit zo heeft geregeld, waarom heeft u het dan niet tegen mij gezegd?"

28. Toen zei de koning: "Roep Batseba weer binnen." Ze kwam weer binnen en bleef voor de koning staan.