BasisBijbel

1 Koningen 12:2-16 BasisBijbel (BB)

2. Jerobeam, de zoon van Nebat, was nog in Egypte. Hij was daarheen gevlucht voor koning Salomo. Toen hij het nieuws hoorde, kwam hij uit Egypte terug.

3. Het volk had hem laten halen. Daarna gingen Jerobeam en het volk Israël naar Rehabeam, de zoon van Salomo. Ze zeiden tegen hem:

4. "Uw vader is hard voor ons geweest. Hij heeft ons hard voor hem laten werken. Wees minder hard voor ons dan hij. Laat ons alstublieft minder hard voor u hoeven te werken. Dan zullen we u dienen."

5. Hij antwoordde: "Ga, en kom overmorgen terug." En het volk ging weg.

6. Koning Rehabeam ging naar de oude raadgevers van zijn vader Salomo. Hij vroeg hen: "Wat raden jullie mij aan? Wat zal ik hun antwoorden?"

7. Ze zeiden tegen hem: "Als u ervoor kiest om te doen wat ze vragen, en hun dus een vriendelijk antwoord geeft, zullen ze u voor altijd dienen."

8. Maar hij wilde niet doen wat de oude raadgevers hem zeiden. Hij ging ook raad vragen aan de jonge mannen die met hem opgegroeid waren en bij hem in dienst waren.

9. Hij zei tegen hen: "Het volk heeft tegen mij gezegd: 'Laat ons voor u minder hard hoeven te werken dan voor uw vader.' Wat raden jullie mij aan? Wat zal ik antwoorden?"

10. Ze zeiden: "U moet hun antwoorden: Mijn vader was niets vergeleken bij mij!

11. Luister: mijn vader heeft jullie hard laten werken, maar ik zal jullie nog veel harder laten werken. Mijn vader heeft jullie met zwepen geslagen, maar ik zal jullie met schorpioenen slaan!"

12. Twee dagen later kwam Jerobeam met het hele volk bij Rehabeam terug, zoals hij hun had gezegd.

13. En de koning gaf het volk een onvriendelijk antwoord. Hij luisterde niet naar de raad die de oude leiders hem hadden gegeven.

14. Hij zei tegen hen wat de jonge mannen hem hadden aangeraden. Hij zei: "Mijn vader heeft jullie hard laten werken, maar ik zal jullie nog veel harder laten werken. Mijn vader heeft jullie met zwepen geslagen, maar ik zal jullie met schorpioenen slaan!"

15. De koning luisterde dus niet naar het volk. Want de Heer wilde werkelijkheid maken wat Hij door de profeet Ahia uit Silo tegen Jerobeam had gezegd.

16. De Israëlieten merkten dat de koning niet naar hen wilde luisteren. Daarom zeiden ze tegen hem: "Dan willen we niets meer met Davids koningshuis te maken hebben! U hoeft over ons geen koning meer te zijn. Naar huis, Israëlieten! Het koningshuis van David moet maar zien wat het doet!" En ze gingen naar huis.