BasisBijbel

1 Koningen 1:8-18 BasisBijbel (BB)

8. Maar de priester Zadok, Benaja (de zoon van Jojada), de profeet Natan, Simeï, Reï en Davids helden stonden niet aan de kant van Adonia.

9. Daarna hield Adonia een groot offerfeest. Hij slachtte schapen, koeien en geiten bij de rots Zohelet, waar de Rogel-bron is. Hij nodigde al zijn broers [ voor dit kroningsfeest ] uit, alle zonen van de koning, en alle Judeese hofdienaren van de koning.

10. Maar de profeet Natan, Benaja, de helden en zijn broer Salomo werden niet uitgenodigd.

11. Toen ging de profeet Natan naar Batseba, de moeder van Salomo. Hij zei tegen haar: "Heeft u niet gehoord dat Adonia koning is geworden? En koning David weet het niet!

12. Laat mij u alstublieft een goede raad geven. Alleen als u doet wat ik zeg, kunt u uw eigen leven en het leven van uw zoon Salomo redden.

13. Ga naar koning David en zeg tegen hem: 'U heeft mij toch gezworen dat Salomo na u koning zou worden? Waarom is Adonia dan nu koning geworden?'

14. En terwijl u met de koning hierover praat, zal ik binnen komen. Ik zal dan laten blijken dat het waar is wat u zegt."

15. Dus ging Batseba de kamer van de koning in. De koning was heel erg oud. Abisag, het meisje uit Sunem, bediende hem.

16. Batseba knielde neer en boog zich diep voor David. Hij vroeg: "Wat is er?"

17. Ze antwoordde: "Mijn heer, u heeft mij bij uw Heer God gezworen dat Salomo na u koning zou worden.

18. Maar nu is Adonia koning geworden en u weet het niet eens.