28. Het een en twintigste voor Hothir; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
29. Het twee en twintigste voor Giddalti; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
30. Het drie en twintigste voor Mahazioth; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.
31. Het vier en twintigste voor Romamthi-ezer; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.