9. en dat de heidenen God ter wille van zijn ontferming gaan verheerlijken, gelijk geschreven staat:Daarom zal ik U loven onder de heidenen en uw naam met snarenspel prijzen.
10. En verder zegt Hij:Verheugt u, heidenen, met zijn volk.
11. En verder:Looft, al gij heidenen, de Here, en laten alle volken Hem prijzen.
12. En verder zegt Jesaja:Komen zal de wortel van Isaï, en Hij, die opstaat, om over de heidenen te regeren; op Hem zullen de heidenen hopen.
13. De God nu der hope vervulle u met louter vreugde en vrede in uw geloof, om overvloedig te zijn in de hoop, door de kracht des heiligen Geestes.