31. opdat ik behoed worde voor de weerspannigen in Judea, en dat mijn dienstbetoon voor Jeruzalem gunstig worde opgenomen door de heiligen,
32. opdat ik, in blijdschap tot u gekomen met Gods wil, mij tezamen met u verkwikken moge.
33. De God nu des vredes zij met u allen! Amen.