NBG-vertaling 1951

Psalmen 66:7-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. die door zijn sterkte voor eeuwig heerst,wiens ogen de volken gadeslaan.Laten de weerspannigen zich niet verheffen. sela

8. Prijst, o volken, onze God,en laat luide zijn lof weerklinken,

9. die onze ziel herleven deed,en niet toeliet, dat onze voet wankelde.

10. Want Gij hebt ons getoetst, o God,ons gelouterd, gelijk men zilver loutert;

11. Gij hebt ons in het net gebracht,banden gelegd om onze heupen;

12. Gij deedt mensen over ons hoofd rijden,wij zijn door vuur en door water gegaan;maar Gij voerdet ons uit in de overvloed.

13. Ik zal met brandoffers uw huis binnengaan,mijn geloften zal ik U betalen,

14. waartoe mijn lippen zich ontsloten,en die mijn mond sprak, toen ik benauwd was.

15. Brandoffers van mestkalveren zal ik U brengen,met de offergeur van rammen;ik zal runderen met bokken bereiden. sela