6. Verhef U boven de hemelen, o God;uw heerlijkheid zij over de ganse aarde.
7. Zij spanden een net voor mijn schreden,zij bogen mijn ziel terneer,zij groeven een kuil voor mijn aangezicht,zij vielen daar middenin. sela
8. Mijn hart is gerust, o God, mijn hart is gerust;ik wil zingen, ja psalmzingen.
9. Waak op, mijn ziel, waak op, harp en citer;ik wil het morgenrood wekken.
10. Ik zal U loven, o Here, onder de volken,ik zal U psalmzingen onder de natiën;
11. want hemelhoog is uw goedertierenheid,tot aan de wolken reikt uw trouw.
12. Verhef U boven de hemelen, o God;uw heerlijkheid zij over de ganse aarde.