38. Hij zeide tot hen: Hoeveel broden hebt gij? Gaat eens zien! En toen zij het nagegaan hadden, zeiden zij: Vijf, en twee vissen.
39. En Hij droeg hun op, dat allen groepsgewijze moesten gaan zitten op het groene gras.
40. En zij gingen zitten in groepen van honderd en van vijftig.