1. Toen Joab, de zoon van Seruja, bemerkte, dat het hart van de koning naar Absalom uitging,
2. zond hij een boodschap naar Tekoa en liet vandaar een wijze vrouw halen; en hij zeide tot haar: Doe, alsof gij in de rouw zijt, trek rouwklederen aan, zalf u niet met olie, en gedraag u als een vrouw die reeds lange tijd over een dode treurt.
3. Ga dan naar de koning en spreek tot hem als volgt – en Joab legde haar de woorden in de mond.