18. Op een dag—de jongen was al wat ouder—zocht hij zijn vader op, die op het land aan het maaien was.
19. Plotseling riep hij: ‘Vader, mijn hoofd, mijn hoofd!’ Zijn vader zei tegen een van de knechten: ‘Breng hem naar huis, naar zijn moeder.’
20. De jongen werd thuisgebracht en zijn moeder nam hem op schoot. Maar rond het middaguur stierf hij.