1. Van: Paulus, Silvanus en Timotheüs. Aan: de gemeente in de stad Thessalonica, aan allen die horen bij God de Vader en de Here Jezus Christus. Wij wensen u genade en vrede toe.
2. Telkens wanneer wij bidden, danken wij God voor u. Als wij met onze Vader over u spreken,
3. denken wij steeds aan wat u allemaal uit geloof en liefde doet, en niet te vergeten aan de volharding, waarmee u vertrouwt op onze Here Jezus Christus.
4. Beste broeders en zusters, wij weten dat God van u houdt en u heeft uitgekozen.