55. Ik roep tot U, Heer, diep vanuit de put.
56. U hoort mij wel! Doe niet alsof U mij niet hoort roepen!
57. U bent bij mij als ik U om hulp roep. U zegt: 'Wees niet bang!'
58. U zal voor me opkomen, Heer. U zal mij redden.
59. U ziet hoe slecht ze me behandelen. Kom alstublieft voor mij op!
60. U ziet dat ze me haten. U weet dat ze me kwaad willen doen.
61. U hoort wat ze allemaal over mij zeggen.
62. U hoort welke plannen ze tegen mij smeden.
63. Zie toch wat ze doen: de hele dag lachen ze om me.
64. Heer, straf hen voor wat ze doen!
65. Maak hen doof voor uw waarschuwingen! Vervloek hen!